Over darmperikelen en angst voor de dokter
Ik zal je een geheimpje vertellen. Ik heb best wel vaak
diarree. Oh, en m’n scheetjes stinken ook naar de rotte hel. Inderdaad, dat is
totaal geen sexy informatie. Er zijn dus ook maar heel weinig mensen die weten
wat ik af en toe doorsta, wanneer het weer raak is. Zoals nu.
Afgelopen zaterdag kwam ik thuis van Tilt en voelde ik me
eigenlijk prima, dus ik deed m’n pyjama aan, poetste m’n tanden en ging in bed
liggen met de iPad. Het achterliggende idee was om te kijken of ik vast kon
beginnen met het schrijven van een kort verhaal, simpelweg omdat ik graag het
schrijven in dat genre na tien jaar totale stilte en verwaarlozing weer zou
willen oppakken. Ik voelde me prima en na zo’n 500 woorden te hebben geschreven
legde ik de iPad weg, knipte ik de lamp uit en ging ik slapen. Het was half
twee ’s nachts. Een kleine drie uur later werd ik doorweekt van het zweet
wakker, met een helse pijn in m’n darmen (stel je voor dat iemand je continu
met een gloeiend heet mes in je buik steekt en dan heb je ongeveer de pijn die
ik voelde) en ik wist dat het raak was. Ik voelde me koortsig en
gedesoriënteerd. Bovendien was ik misselijk en omdat ik niet wist of dit door
de pijn kwam, of omdat ik écht moest overgeven, of beide, liep ik alvast maar
richting de wc. Soms heb je van die pijn dat je helemaal niet kunt bewegen,
maar dit was een gevalletje stilstaan is géén optie. Zodoende heb ik half
dansend door mijn kleine badkamertje lopen ijsberen, tot ik de welbekende
aandrang begon te voelen bij mijn sluitspier en wist wat er moest gebeuren, en
snél.
Nadat ik de klus had geklaard en het rampgebied dat mijn wc
heet weer enigszins had opgefrist, ging ik terug in bed liggen. Het typische is
altijd dat ik me doorgaans vrij snel wat beter ga voelen wanneer ‘het’ eruit
is. Dat wil alleen niet zeggen dat de pret daarmee over is, want toen ik
zondagochtend wakker werd had ik nog steeds een zeurende pijn in m’n darmen en
hoewel ik wel redelijk kon functioneren voelde ik me ongeveer even fit als een
oude, schimmelige vaatdoek. Zo een die eigenlijk drie maanden terug al bij ’t
vuil mee had gemoeten. En toch durf ik niet naar de dokter. De keren dat ik de
laatste jaren een week heb gehad zonder diarree kan ik op één hand tellen, maar
ik durf niet naar de dokter om te vragen wat er in ’s hemelsnaam mis met mij
is. Het is niet dat ik niet wil weten wat er aan de hand is, want dat zou ik
dolgraag willen weten, maar ik ben bang om niet serieus genomen te worden, want
diarree overkomt iedereen wel eens, toch?
Reacties
Een reactie posten